De LimburgCollectie is de spiegel van de Limburgse samenleving, vastgelegd in collecties van musea, archieven, bibliotheken en verenigingen. Het is een rijke, veelomvattende verzameling van publicaties in of over Limburg en objecten die de geschiedenis van Limburg in zich dragen. Denk aan boeken en oude drukken, kaarten, grafiek, reisverslagen van Jezuïeten, maar ook aan kunstobjecten, artefacten en archiefstukken. Als samenwerkende organisaties willen wij deze LimburgCollectie behouden voor de toekomst, (digitaal) toegankelijk maken, bekendheid geven en op een aansprekende manier laten beleven door een zo breed mogelijk publiek.
Wat is er allemaal te vinden in de #LimburgCollectie? Om dat te laten zien zullen we iedere maand een bijzonder stuk delen uit een van de collecties van de deelnemers en partners. Deze maand uitgelicht de Frankenhofmolen en Het Limburgs Landschap. Zij vertellen over de geschiedenis en de verschillende functies van de molen en over haar restauratie door Het Limburgs Landschap.
Een rijke industriële geschiedenis
De Frankenhofmolen van Het Limburgs Landschap wordt in Holset ook wel ‘de volmolen’ genoemd. Het is oorspronkelijk een pre-industriële watermolen die gebouwd is aan het begin van de 17e eeuw. De molen heeft water nodig om te kunnen draaien, dit komt uit de Zieversbeek en wordt via een speciaal aangelegde molenbeek via vijf molenvijvers naar de molen geleid. De molen heeft door de jaren heen diverse functies gehad waaronder kopermolen, velbereidersmolen (leerlooierij), volmolen (textielfabriek) en graanmolen.
Op volle toeren
De rijke industriële geschiedenis van de Frankenhofmolen gaat terug naar het jaar 1606. In dat jaar werden er twee kopermolens gebouwd. Aan het begin van de 18e eeuw was een van die twee molens al een bouwval. Nu herinnert slechts een dichtgemetseld gat in de muur aan de achterzijde van de molen aan deze kopermolen. De hoogtijdagen van de Frankenhofmolen kwamen in de jaren erna. In 1736 werd de kopermolen omgebouwd tot volmolen, welke uitgroeide tot een grote textielfabriek.
Lakenindustrie
Water was voor de textielindustrie zeer belangrijk, niet alleen voor het aandrijven van de molens maar ook voor het wassen van de wol en het spoelen van de stoffen. In deze regio was het water van goede kwaliteit; het was kalkarm en had een constante temperatuur van 10˚ C. Door deze goede omstandigheden en het vakmanschap van de lakenarbeiders stonden de stoffen uit de economische driehoek Aken-Vaals-Luik, hoog aangeschreven. De Frankenhofmolen produceerde ook lakens. Vaak denkt men dan aan beddenlakens maar het gaat hier echter om een wollen geweven stof die vervilt werd (gevold) waardoor hij wind- en bijna waterdicht was.
Familie Leclercq
De Frankenhofmolen wordt na de ondergang van de textielindustrie verpacht aan de familie Leclercq die er in 1905 een boerenbedrijf start met een maalderij. Na de Tweede Wereldoorlog kopen ze de molen met bijbehorende grond. Het grote industriegebouw herbergt voortaan nog maar een tweetal molenstenen om graan en veevoer te malen voor boeren uit de streek. Ook maalde de familie Leclercq graan om het meel te verkopen. Op de bovenverdieping werd het graan opgeslagen, beneden werd het graan vermalen tot meel. Ondanks alle inspanningen kon de familie niet voorkomen dat de Frankenhofmolen in verval raakte. Van het imposante complex bleef slecht een bouwval over.
Gered
In 2006 werd Het Limburgs Landschap om hulp gevraagd door de heer Keunen, molenspecialist bij Monumentenzorg. Hij benaderde Het Limburgs Landschap voor mogelijk herstel van de oude watermolen, die inmiddels ernstig in verval was geraakt. Na lange onderhandelingen werd de Frankenhofmolen samen met het omliggende watermolenbiotoop van circa 8 hectare gekocht. Het immense complex werd stapje voor stapje ingrijpend gerestaureerd.
Molentak
Zuid-Limburg staat bij velen bekend om haar heuvels. Het landschap in deze gebieden is dan ook bijzonder, zo ligt de Frankenhofmolen in een dal. Het water stroomt van de hoger gelegen gebieden via kleine bronnetjes naar het dal waar het in de Zieversbeek samenkomt. Dit landschap wordt ook wel een bronnenlandschap genoemd. De mens heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt door de waterloop van de Zieversbeek zo aan te passen dat het langs de diverse industriële watermolens, zoals de Frankenhofmolen, kan lopen. Om te zorgen dat het water uit de Zieversbeek het waterrad van de Frankenhofmolen kan laten draaien is er een speciale molentak aangelegd. Dit ingenieuze waterwerk bestaat uit diverse stuwen, sluisjes en vijvers, ook wel weijers genoemd. Deze vijvers vormen kleine stuwmeren die zorgen dat de molen voor langere tijd kan blijven draaien. Om te zorgen dat het water ook weer weg kan is er vanaf het rad een, deels ondergrondse, tunnel naar de Zieversbeek aangelegd. In 2020 is de laatste fase van het herstel van de molentak afgerond, waardoor ook de Grote Weijer, weer onderdeel uitmaakt van het molenbiotoop van de Frankenhofmolen.
Het Limburgs Landschap
In 1931 waren er plannen om de Boshuizerbergen bij Venray te ontginnen, deze plannen vormden de aanleiding voor de oprichting van Stichting het Limburgs Landschap. Sindsdien hebben we als stichting een flinke groei doorgemaakt. Net na de oorlog kon Chateau Neercanne aangekocht en gerestaureerd worden. Ook konden de Bemelerberg, het sarsven en het orchideeënrijke Geuldal inclusief vakwerkhuizen aangekocht worden. Landgoed de Hamert werd door aankoop gered van ontginning en legde later de basis voor Nationaal Park De Maasduinen. Inmiddels beheert Het Limburgs Landschap meer dan 9.000 hectare en blijft het aantal monumentale gebouwen dat door de Stichting is verworven, gerestaureerd en herbestemd, groeien. Inmiddels is Het Limburgs Landschap ook erkend als Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM).
Voor meer informatie over de Frankenhofmolen, zie https://www.limburgs-landschap.nl/natuurgebied/frankenhofmolen/
Meer informatie over Het Limburgs Landschap kunt u vinden via de volgende link https://www.limburgs-landschap.nl/