Erfgoedweekend december 2021

Erfgoedweekend december 2021

Wist jij dat er in het verleden verschillende prinsessen in Thorn hebben gewoond? Er is in de geschiedenis van Thorn nauwelijks iets terug te vinden over deze machtige vrouwen. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar wie zij waren en hoe zij leefden. In het Limburgs Museum kun je tot en met 3 april 2022 een expositie bezoeken over deze vergeten prinsessen. Reserveer je online ticket met een tijdslot op www.limburgsmuseum.nl.
 
Gabriella, prinses van Salm-Salm, was veertien jaar oud toen ze in 1734 door haar familie naar het abdijvorstendom Thorn werd gebracht. Gabriella kwam uit een hoog adellijke familie die zowel connecties had met het Duitse hof in Wenen als met het Franse hof in Versailles. In dit abdijvorstendom (ook wel stift genoemd) was zij een van de zestien jonge vrouwen die daar hun opvoeding afrondden. Daarna trouwden deze dames - in de meeste gevallen – met een geschikte huwelijkskandidaat. De beoogde echtgenoot van Gabriella was een kleinzoon van de Franse koning Lodewijk XIV, maar dat plan mislukt. Ook een liefdesaffaire met een man van lagere adel liep stuk. Uiteindelijk bleef Gabriella tot haar dood in 1794 in Thorn.

Het verhaal van Gabriella staat in de tentoonstelling model voor het perspectief van de gevangene in een gouden kooi. Ook de verhalen van andere stiftdames worden in Venlo verteld. Deze drie verhalen spelen zich allemaal af in de achttiende eeuw. Zo is het verhaal van Prinses Polyxena van Hessen-Rheinfels-Rotenburg (1706-1735) illustratief voor het stift Thorn als huwelijksmarkt. Ook het verhaal van Cunegonda van Saksen (1740-1826) wordt verteld. In 1764 werd zij als huwelijkskandidate voorgesteld aan Jozef II, die net keizer van het Duitse rijk was geworden. Tot een huwelijk kwam het niet. Naar verluidt wees Maria Theresia, de moeder van Jozef, haar af omdat ze te lelijk was.

Als goedmakertje spande Maria Theresia zich in om Cunegonda de prestigieuze functie van vorstin-abdis van Thorn en Essen toe te kennen. De campagne voor haar verkiezingsstrijd kostte meer dan 100.000 Duitse gulden, een vermogen in die tijd. Maar het resultaat was ernaar: in 1775 werd Cunegonda inderdaad vorstin-abdis. “Daar ontplooide ze zich als een echte leider”, vertelt Marieke Koppelmans, programmamanager van het Limburgs Museum. “Misschien was ze zelfs beter af zonder Jozef. Aan haar familie schreef ze: ‘Ik vind de vrijheid een groot voordeel. Wanneer men is getrouwd, is men genoodzaakt om onderworpen te zijn, want men heeft een meester gekozen. Het is aangenamer om zelf meester te zijn.’”

Cunegonda bleek een ondernemende dame met vele talenten. Ze hield van dansen, zong opera en speelde klavecimbel. Ze was ook een fanatiek jager. Om sneller met haar paarden naar buiten te kunnen, liet ze in de abdij van Thorn een extra uitgang bouwen. Naarmate ze ouder werd, ontpopte de vorstin-abdis zich steeds meer tot zakenvrouw. Ze bestuurde het Land van Thorn volgens moderne inzichten. In Pruisen liet ze een tolweg aanleggen en in Essen, waar ze ook vorstin-abdis was, investeerde ze in de mijnbouw en ijzerindustrie. Zo stond ze mede aan de wieg van het Ruhrgebied. Haar laatste dagen leefde ze in Dresden, waar ze in 1826 overleed.

De expositie ‘De vergeten prinsessen van Thorn’ is tot en met 3 april 2022 te zien in het Limburgs Museum in Venlo. Voor de tentoonstelling zijn kunstwerken en objecten uit meer dan vijftig musea uit heel Europa en de VS samengebracht. Van staatsieportretten tot zijden robes, van juwelen tot een gouden pronkkoets. Het merendeel is voor het eerst te zien in Nederland.